Bavaria Rottebokaal o.d.z. met keiharde wind naar de winst!

Geschreven door Maria Mojet en Remy Chou namens de Blikredaxi

De Bavaria Rottebokaal is de derde wedstrijd van de NOOC. Dit keer ga je naar de Willem Alexander baan, of in het kort de WAB. Deze baan staat bekend om harde wind en hoge golven, maar daar ga jij je niks van aantrekken. Na twee wedstrijden heb je al een aardig idee van wat je moet doen en op de WAB kan er nog van alles gebeuren.

Net als bij de Skøllcup gaat het bij de Rottebokaal over twee races van 1000m. Het verschil is alleen dat je de voorwedstrijd en de finale (A t/m D) vanuit vaste start gaat roeien. Beide races zijn ook nog boord aan boord met vijf andere boten.

Je kan deze wedstrijd ook voor de Okeanos Sprintbokaal starten. Dan roei je één keer 500m vanuit een doorstart achter elkaar aan.

De voorwedstrijd

Het oproeien
Als je gaat sturen, let dan goed op de vaarregels. Houd altijd stuurboord wal aan en geef andere boten de ruimte. Jij hebt de leiding over de boot en zorg dat je vijf minuten voor de start in het start gebied bent.Bij het oproeien doe je naar behoefte 1e of 3e stop en oefen je nog twee keer een startje. Zorg dat je bij de stopjes (en vooral bij de 3e stop) de focus hebt op de uitzet, dat kan erg van pas komen op de Willem Alexander Baan. Na het oproeiprogramma zijn je roeiers er klaar voor!
Tijdens het oplijnen bij de start is het belangrijk dat je de instructies van de wedstrijdleiding volgt. Zorg dat je roeiers gefocust zijn op het enige wat ze straks moeten doen: hard staan!

De race
Je ligt opgelijnd en klaar aan de start. Naast je liggen vijf andere ploegen en daar ga jij van winnen. Let goed op de wedstrijdleiding, die geven aan wanneer je weg mag. Ga fel weg: ¾, ¾, ¾ en dan twintig halen doorbouwen. Zo breng je de boot op snelheid. Maak in die eerste halen het verschil en trek jouw boot als eerste uit de start. Neem met geen enkele plek genoegen, je wilt meer en harder. Elke haal sta je maximaal op je benen.

Bij de 250m heb je een goed ritme te pakken, met z’n vieren staan jullie elke haal maximaal. Bij de 500m ga je nog een keer sterk zitten, je bent al over de helft. Dan geeft je stuur nog een opzetje aan. Dit is jullie moment, de tussensprint. Hier ga je met een drie naar tien of een drie naar twintig je voorsprong groter maken of de ploegen naast je pakken.

De laatste 200 of 100m ga je eindsprinten, weer geeft de stuur het aan. In de voorwedstrijd gaat het om je tijd. Dus dit is het moment om die laatste secondes eraf te snoepen en in een hogere finale te komen. Wees niet bang en houd niet in! Het is vaak al voorbij voordat je het door hebt en je wilt niet over de finish komen met het idee dat je nog harder had kunnen staan. Stop pas met roeien als je stuur het zegt. Hij heeft de leiding en het overzicht. Zelfs die laatste haal is van belang.

rot1
Foto door Mark Willemse (Fotocie)

De finale
Aangezien de finale precies hetzelfde is als de voorwedstrijd, kun je ook precies hetzelfde doen. Als je in de A-finale wint dan mag je direct naar het ere vlot en je taart in ontvangst nemen.

De sprint

Het oproeien voor de sprint is hetzelfde als het oproeien voor een 1000m alleen moet je als stuur opletten waar de start precies is. Wees weer vijf minuten voor de start bij het start gebied.

De 500m ga je opbouwen vanuit light. Als je door de voorstart gaat, geeft je stuur aan dat je mag gaan bouwen: eerst een 3 naar 10 en dan doorbouwen met twintig halen. 500m is een sprint, dus je zakt op geen enkel moment uit naar een baanhaal. Iedere haal is harder dan de vorige. Met nog maar 100m te gaan geeft je stuur de eindsprint aan. Nu ga je helemaal los, bouw je snelheid zo ver mogelijk uit. Dit is de enige afstand die je hoeft te doen vandaag dus zorg dat je helemaal leeg gaat.

Succes en haal door!